Gedaan met laden. U bevindt zich op: Verlof voor verminderde prestaties wegens ziekte hogescholen Werk hervatten

Verlof voor verminderde prestaties wegens ziekte hogescholen

Personeelsleden die na een afwezigheid wegens ziekte hun opdracht op termijn opnieuw volledig willen opnemen, kunnen uiterlijk 2 maanden na hun afwezigheid wegens ziekte een verlof voor verminderde prestaties wegens ziekte nemen.

Voor wie?

Deze informatie is alleen voor hogescholen.
Naar andere onderwijsniveaus

Wat is verlof voor verminderde prestaties wegens ziekte?

Met een verlof verminderde prestaties wegens ziekte (vvp ziekte) kan je aan een lager volume starten, met als doel de opdracht die je voor je ziekteverlof uitoefende op termijn opnieuw volledig op te nemen.

Dit verlof is een recht, maar moet eerst goedgekeurd worden door je hogeschoolbestuur.

Voorwaarden

  • Je bent benoemd of tijdelijk.
  • Het verlof voor verminderde prestaties wegens ziekte moet uiterlijk 2 maanden na je afwezigheid wegens ziekte starten.
  • Als tijdelijk personeelslid moet je nog recht hebben op betaald ziekteverlof.
  • Tijdens het verlof voor verminderde prestaties wegens ziekte werk je in je hogeschool minstens 20% van een voltijdse opdracht. De omvang van je opdracht tijdens je vvp ziekte is altijd een veelvoud van 5.

Hoe aanvragen?

Je vraagt dit verlof aan bij je hogeschool.

Voeg bij je aanvraag een attest van je behandelende arts. Op dat attest staan minstens deze gegevens:

  • De periode van je verlof voor verminderde prestaties wegens ziekte
  • Het percentage dat je zal werken
  • De vermoedelijke datum dat je opnieuw je opdracht volledig opneemt
  • Indien van toepassing: of het nodig is dat de bevoegde dienst van je hogeschool samen met jou bekijkt welke taken je kan uitoefenen tijdens het verlof

Je hogeschool moet je aanvraag binnen 14 werkdagen behandelen en het advies van de arbeidsarts vragen.

Wijkt de beslissing van de arbeidsarts af van die van je behandelende arts? Dan legt je hogeschool je aanvraag voor aan het controleorgaan van de hogeschool of zover dat mogelijk is aan de regionale directie Toezicht op het Welzijn op het Werk. De beslissing van dat orgaan is bindend voor alle partijen.

Begin, opschorting en einde

Gevolgen

Voor directies, administraties en besturen

  • Check een aantal zaken vóór je de dienstonderbreking al dan niet toestaat:

    • De behandelende arts gaat akkoord met de vraag van je personeelslid.
    • De vvp ziekte moet altijd kaderen in een re-integratietraject. Wanneer blijkt dat je personeelslid niet meer het oorspronkelijke volume van hun opdracht zal kunnen uitoefenen, kan je geen vvp ziekte toestaan.
    • Wil je de vvp ziekte niet toestaan? Dan moet je het advies van de arbeidsarts gevraagd hebben. Wijkt de beslissing van de arbeidsarts af van die van de behandelende arts? Dan moet je de aanvraag voorleggen aan het controleorgaan van de hogeschool of de regionale directie Toezicht op het Welzijn op het Werk. De beslissing van dat orgaan is bindend voor alle partijen.
    • Gaat het om een tijdelijk personeelslid? Dan moet hij of zij nog betaalde ziektedagen hebben. Is dat niet het geval, kunnen ze geen vvp ziekte opnemen.
      • Wanneer je personeelslid al vvp ziekte nam en zijn of haar betaald ziekteverlof uitgeput is, moet je zijn of haar vvp ziekte stoppen.
      • Blijft je personeelslid afwezig wegens ziekte? Dan moet je dat melden met voltijds onbetaald ziekteverlof.
      • Wil je personeelslid verder deeltijds presteren? Dan kan hij of zij via de adviserende arts van zijn of haar ziekenfonds toelating vragen om de opdracht deeltijds te hervatten in het systeem van aangepaste arbeid.
      • Ook als je personeelslid een benoemde en tijdelijke opdracht heeft en geen betaalde ziektedagen meer heeft voor zijn of haar tijdelijke opdracht, kan hij of zij geen vvp ziekte nemen, ook niet op zijn of haar benoemde opdracht. Ook in dat geval kan je personeelslid aangepaste arbeid aanvragen via zijn of haar ziekenfonds.
        Lees meer over aangepaste arbeid ziekenfonds.
  • Meld vvp ziekte met een RL-12 met een van volgende dienstonderbrekingscodes:

    • DO 241 vvp ziekte 20-49% voor een hervattingspercentage tussen 20 en 49%
    • DO 158 vvp ziekte 50-74% voor een hervattingspercentage tussen 50 en 74%
    • DO 159 vvp ziekte >= 75% voor een hervattingspercentage van >=75%
    • DO 242 vvp ziekte - TBS ziek vastbenoemd 60% wachtgeld
      Gebruik deze DO als het betaald ziekteverlof van je benoemd personeelslid is opgebruikt en hij of zij zich voor de niet gepresteerde diensten tijdens de vvp ziekte in de stand terbeschikkingstelling wegens ziekte bevindt.

    Vul in het veld ‘volume’ altijd het volume van de onderbreking in die in je hogeschool op de opdracht wordt genomen. Koppel geen DO aan het deel van de opdracht dat je personeelslid nog uitoefent.