Inkomensgrenzen voor een studietoelage

Nadat de grootte van je leefeenheid bepaald werd en er zicht is op je referentie-inkomen, bekijkt de dienst Studietoelagen of dat inkomen binnen de inkomensgrenzen valt.

Nadat de grootte van je leefeenheid bepaald werd en er zicht is op je referentie-inkomen, bekijkt de dienst Studietoelagen of dat inkomen binnen de inkomensgrenzen valt. Er wordt ook wel van de ‘gezinslast’ gesproken. Een groot gezin heeft namelijk meer middelen nodig dan een klein gezin. Daarnaast zorgen bijvoorbeeld studenten en gezinsleden met een handicap voor hogere uitgaven, terwijl personen met een eigen inkomen de gezinslast juist verkleinen.

Punten en bijbehorende inkomensgrenzen 2024-2025

Je hebt recht op een toelage als je referentie-inkomen lager is dan de maximumgrens waarmee het aantal punten in je leefeenheid overeenkomt.

Inkomensgrenzen voor academiejaar 2024-2025
Punten in de leefeenheid	Minimumgrens (in euro)	Maximumgrens (in euro)
0	9.985,91	22.011,47
1	18.046,28	32.508,64
2	20.867,44	40.726,69
3	23.240,73	47.287,44
4	24.673,72	54.400,65
5	26.091,80	63.171,26
6	27.509,80	69.110,41
7	28.927,82	72.287,23
8	30.345,84	75.463,99
9	31.763,87	78.709,76
10	33.181,89	82.162,79
11	34.599,99	85.201,47
12	36.017,97	88.585,36
13	37.436,01	91.762,18
14	38.854,09	95.008,02
15	40.272,07	98.253,75

Inkomensgrenzen van vorige academiejaren

Inkomensgrenzen 2023-2024

Punten in de leefeenheid	Minimumgrens (in euro)	Maximumgrens (in euro)
0	9.020,70	19.883,90
1	16.301,97	29.366,43
2	18.850,44	36.790,14
3	20.994,34	42.716,75
4	22.288,82	49.142,41
5	23.569,83	57.065,28
6	24.850,77	62.430,36
7	26.131,73	65.300,11
8	27.412,69	68.169,82
9	28.693,65	71.101,86
10	29.974,61	74.221,13
11	31.255,64	76.966,09
12	32.536,56	80.022,91
13	33.817,53	82.892,66
14	35.098,55	85.824,77
15	36.379,47	88.756,77

Inkomensgrenzen 2022-2023

Punten in de leefeenheid	Minimumgrens (in euro)	Maximumgrens (in euro)
0	8.566,66	18.883,09
1	15.481,45	27.888,35
2	17.901,65	34.938,41
3	19.937,64	40.566,72
4	21.166,97	46.668,96
5	22.383,51	54.193,05
6	23.599,97	59.288,10
7	24.816,45	62.013,40
8	26.032,94	64.738,67
9	27.249,43	67.523,13
10	28.465,91	70.485,40
11	29.682,47	73.092,21
12	30.898,91	75.995,17
13	32.115,41	78.720,48
14	33.331,95	81.505,00
15	34.548,40	84.289,43

Hou rekening met onroerende goederen waar je zelf niet in woont

Hou rekening met onroerende goederen waarin je zelf niet woont (bv. gronden of gebouwen die al dan niet worden verhuurd). We doen nog een kadastraal-inkomentest (Zie: financiële voorwaarden: Inkomen uit eigendommen is in verhouding met inkomen uit arbeid). Als het geïndexeerd kadastraal inkomen van deze onroerende goederen hoger is dan 1.250 euro en te hoog in verhouding tot je gezinsinkomen, dan krijg je geen studietoelage ook al is je referentie-inkomen lager dan de maximumgrens.