Uitsluitend gemeenten in het homogeen Nederlandse taalgebied
en binnen het homogeen Nederlands taalgebied gebruiken het Nederlands als bestuurstaal.
Bij een bestuur van de eredienst met uitsluitend gemeenten in het homogeen Nederlandse taalgebied in de werkkring geldt dat:
- besturen van de eredienst met een gebiedsomschrijving binnen 1 Vlaamse gemeente het Nederlands als bestuurstaal gebruiken in het homogeen Nederlandse taalgebied
- besturen van de eredienst met een gebiedsomschrijving over meerdere gemeenten binnen Vlaanderen het Nederlands als bestuurstaal gebruiken in het homogeen Nederlandse taalgebied.
Concreet betekent dit dat die besturen van de eredienst het Nederlands gebruiken in:
Binnendienst
Officiële activiteiten van bestuursleden en bedienaars van de eredienst onderling moeten in het Nederlands verlopen.
Betrekkingen met andere overheidsdiensten
Voor een bestuur van de eredienst is dat voornamelijk het taalgebruik in contacten met de toezichthoudende overheden.
Het bestuur van de eredienst mag uitsluitend in het Nederlands communiceren met de toezichthoudende overheden (provinciegouverneur, Vlaamse minister bevoegd voor binnenlands bestuur, gemeenten en provincies).
Contacten van een Vlaams bestuur van de eredienst met federale overheidsdiensten of met de federale minister (of ministers), verlopen eveneens in het Nederlands.
Berichten en mededelingen voor het publiek
De algemene communicatie van een bestuur van de eredienst voor een breed niet-geïndividualiseerd publiek (zoals de algehele lokale geloofsgemeenschap) moet in het Nederlands verlopen. Voorbeelden zijn een oproep naar kandidaten voor de verkiezingen van de kerkraad, bestuursraad, kerkfabriekraad of het comité.
Als er aan het eredienstgebouw een affiche wordt uitgehangen, met een aankondiging van een evenement van het eredienstbestuur, moet die affiche in het Nederlands zijn.
De naam van het bestuur van de eredienst moet Nederlandstalig zijn.
Formulieren
Als een bestuur van de eredienst een formulier ter beschikking stelt van de leden van de lokale geloofsgemeenschap, zoals een vragenlijst of een aanvraagdocument, dan moet dit in het Nederlands zijn opgesteld.
Betrekkingen met particulieren
Als het bestuur van de eredienst een brief schrijft aan een privépersoon, dan moet die brief in het Nederlands zijn.
Als een burger ter plaatse bij het eredienstbestuur (bijvoorbeeld op de maatschappelijke zetel van het bestuur van de eredienst) een inlichting komt vragen, dan moet hij dat in principe in het Nederlands doen. Het bestuur van de eredienst is sowieso verplicht om de burger in het Nederlands te antwoorden. Als diezelfde burger, lid zijnde van de lokale geloofsgemeenschap, tijdens de liturgie in het gebouw van de eredienst, een gesprek aanknoopt met andere gelovigen of met leden van het bestuur van de eredienst die op de viering aanwezig zijn, mag het gesprek in de taal naar keuze zijn. In dit geval gaat het om privé-contacten, niet in overheidscontext. Hier geldt de bestuurstaalwetgeving niet.