Gedaan met laden. U bevindt zich op: Taalgebruik Erediensten en kerken

Taalgebruik

Een bestuur van de eredienst van een erkende lokale geloofsgemeenschap is als openbare instelling onderworpen aan de bestuurstaalwetgeving. Die taalwetgeving legt vast in weke taal de overheid moet communiceren met burgers en omgekeerd.​​​ Welke taal gebruikt moet worden hangt af van de gemeente waarin het bestuur van de eredienst gelegen is. Het taalgebruik in de liturgie is niet geregeld door de overheid.

De taalwetgeving in bestuurszaken legt vast in welke taal de overheid moet communiceren met burgers en omgekeerd (en tussen overheden). Het woord “overheid” omvat de facto de hele openbare dienstverlening: gemeentebesturen, ministeries en openbare instellingen en dus ook besturen van de eredienst.

Soms moeten ook privépersonen rekening houden met beperkingen op het vlak van de taalwetgeving, bijvoorbeeld wat het taalgebruik in bestuurs- en gerechtszaken betreft.

Taalgebruik in bestuurszaken

De taalwetgeving in bestuurszaken is gebaseerd op de indeling in 4 taalgebieden:

  • het Nederlandse taalgebied
  • het Franse taalgebied
  • het Duitse taalgebied
  • het tweetalige gebied Brussel-Hoofdstad (Nederlands en Frans).

Het Grondwettelijk Hof bevestigde op 19 december 2019 dat een bestuur van de eredienst van een erkende lokale geloofsgemeenschap als openbare instelling onderworpen is aan de bestuurstaalwetgeving.

Op de verbonden structuren, zoals de onderliggende vzw van een bestuur van de eredienst, is de bestuurstaalwetgeving niet van toepassing.

De gecoördineerde wetten van 18 juli 1966 op het gebruik van de talen in bestuurszaken (ook de Bestuurstaalwet of afgekort: SWT) verdeelt de diensten, waarop zij van toepassing is, in 4 soorten naargelang de werkkring van de dienst. Twee ervan zijn van belang voor lokale geloofsgemeenschappen die door Vlaanderen worden erkend: de Vlaamse besturen van de eredienst zijn ofwel een “plaatselijke dienst” ofwel een “gewestelijke dienst”.

  • Plaatselijke diensten: diensten waarvan de werkkring niet meer dan 1 gemeente bevat. Een bestuur van de eredienst met een gebiedsomschrijving binnen 1 gemeente, is een plaatselijke dienst.
  • Gewestelijke diensten: diensten waarvan de werkkring meer dan 1 gemeente omvat, maar niet het hele land (bijvoorbeeld een provincie). Een bestuur van de eredienst met een gebiedsomschrijving die zich over meerdere gemeenten uitstrekt is een gewestelijke dienst.

Op basis van die onderverdeling zijn er volgens de taalgebieden en uitzonderingen 3 manieren waarop besturen van de eredienst de taalwetgeving moeten toepassen:

Taalgebruik in de liturgie

Het taalgebruik van de liturgie, de riten of de preken kan vanwege de scheiding tussen kerk en staat niet worden geregeld door de overheid. Dit is grondwettelijk vastgelegd. Zo mag bijvoorbeeld een anglicaanse bedienaar zijn gelovigen toespreken in het Engels, mogen joodse plechtigheden worden verzorgd in het Hebreeuws en islamitische in het Arabisch of het Turks.

Bij sommige erediensten spreken en begrijpen de jongeren zelf de traditionele taal van de liturgie niet meer.

Het gebruik van het Nederlands tijdens de liturgie kan een belangrijk verbindend element zijn bij de inschakeling van de lokale geloofsgemeenschap in de lokale Vlaamse samenleving.

De overheid doet een warme oproep naar de besturen van de eredienst om zo mogelijk het Nederlands te gebruiken tijdens de liturgie en om preken te vertalen in het Nederlands. Als de bedienaar tijdens de liturgie de gelovigen toespreekt en het heilige boek vertaalt naar de praktijk van elke dag, of als er daarrond communicatie wordt gevoerd, is het belangrijk om dat maximaal in het Nederlands te doen. Het Nederlands is een belangrijke hefboom voor een succesvolle samenleving en ter bevordering van de integratie.