Subsidiëring van het lokaal mobiliteitsplan

Het vroegere Mobiliteitsdecreet en het bijhorende Besluit van de Vlaamse Regering van 25 januari 2013(opent in nieuw venster) voorzagen in een subsidiesysteem om gemeenten financieel te ondersteunen bij de opmaak of bijsturing van een (inter)gemeentelijk mobiliteitsplan. Het Decreet Basisbereikbaarheid behoudt dit subsidiëringsprincipe, maar er moet een nieuwe subsidieregeling worden uitgewerkt in een nieuw Besluit van de Vlaamse Regering. Tot op heden wordt prioriteit gegeven aan het inzetten van de beschikbare middelen voor de opmaak en implementatie van de regionale mobiliteitsplannen.

Door een overgangsbepaling in het Decreet Basisbereikbaarheid (artikel 69) komen voorlopig enkel nog volgende gemeenten in aanmerking voor subsidiëring:

• Gemeenten die hun mobiliteitsplan geheel of gedeeltelijk hebben herzien na een sneltoets die gunstig werd geadviseerd vóór 22 juni 2019.
• Gemeenten die een nieuw mobiliteitsplan opstellen en niet over een geldig plan beschikken, mits de beslissing tot opmaak werd genomen vóór 22 juni 2019. Dit geldt ook voor gefuseerde gemeenten begin 2019.

Het subsidiebedrag hangt af van het spoor van het mobiliteitsplan:

• Spoor 1: Het volledige subsidiebedrag voor een nieuw mobiliteitsplan.
• Spoor 2: De helft van het bedrag voor een vernieuwd mobiliteitsplan.
• Spoor 3: Er wordt geen subsidie verleend.

Een sneltoets blijft maximaal zes jaar geldig. Een geldig mobiliteitsplan blijft geldig totdat het geheel of gedeeltelijk herzien plan is vastgesteld en bekendgemaakt.

Het lokaal mobiliteitsplan moet in consensus zijn goedgekeurd door de projectstuurgroep en definitief zijn vastgesteld door de gemeenteraad. De betaling gebeurt pas na de bekendmaking van het mobiliteitsplan, zijnde de publicatie van het definitieve vaststellingsbesluit in het Belgisch Staatsblad.

Denkt u dat u in aanmerking komt voor subsidiëring? Neem dan contact op met de mobiliteitsbegeleider in uw vervoerregio voor meer informatie.