Het recht op vergissing houdt dus in dat burgers kleine, onschuldige fouten mogen maken in hun administratie met de overheid, zonder (zwaar) gestraft te worden of voordelen mis te lopen. Het gaat vooral om voordelen waar een burger recht op heeft (een premie, een korting) maar dat door eigen vergissing misloopt. Bijvoorbeeld door te laat aan te vragen of onvolledige gegevens te bezorgen.

Dit recht is bedoeld om vertrouwen te tonen in burgers en begrip te hebben voor menselijke fouten, vooral gezien de complexiteit van regelgeving in Vlaanderen en België.

Heb je een fout gemaakt en hierdoor een premie niet gekregen of een boete ontvangen? Neem dan eerst contact op met de klachtendienst van de betrokken overheidsinstantie. Leg uit dat je een fout hebt gemaakt die niet de bedoeling was. Kom je er niet uit, wend je dan tot een ombudsdienst voor bemiddeling. Voor zaken die gaan over Vlaamse overheidsdiensten, klop je aan bij de Vlaamse Ombudsdienst.

Momenteel hangt het rechtzetten van fouten vaak af van de welwillendheid van de betrokken overheidsdienst. De Vlaamse Ombudsdienst bemiddelt indien nodig tussen de burger en de Vlaamse overheidsdienst. Vlaams minister Crevits wil het recht op vergissing verankeren in het bestuursdecreet. Dit geeft hoop op een sluitend wettelijk kader in de nabije toekomst.

Het recht op vergissing is niet volledig nieuw. In Frankrijk bestaat sinds 2018 een wet die burgers toestaat om zich één keer te vergissen zonder sancties. In 2021 heeft de Belgische Senaat een resolutie goedgekeurd die oproept tot een vergelijkbare regeling. Ook in Nederland is een wetsvoorstel ingediend dat burgers beschermt tegen directe straffen bij eerste fouten in sociale regelingen. In Vlaanderen is begin 2025 het recht op vergissing opgenomen in het bestuursakkoord van de stad Gent.