Gedaan met laden. U bevindt zich op: Vakantiegeld voor onderwijspersoneel Vergoedingen en toelagen voor onderwijspersoneel

Vakantiegeld voor onderwijspersoneel

Je vakantiegeld wordt uitbetaald op 26 mei 2025.

Voor wie?

Deze pagina is voor basisonderwijs, secundair onderwijs, deeltijds kunstonderwijs, centra voor leerlingenbegeleiding, centra voor basiseducatie, internaten, zelfstandige leersteuncentra, volwassenenonderwijs, hogescholen en universiteiten.

Voorwaarden

Vakantiegeld ontvang je in de loop van de maand mei, als je aan 2 voorwaarden voldoet:

  • Je werkte het vorige kalenderjaar (= referentiejaar) in het onderwijs.
  • Het ministerie betaalde je salaris voor die prestaties.

Hoeveel vakantiegeld krijg je?

Je ontvangt vakantiegeld in verhouding tot je prestaties.

  • Heb je een betrekking met volledige prestaties, dan heb je recht op het maximum.
  • Werkte je minder, dan wordt het bedrag aangepast in verhouding tot de duur en de omvang van je afwezigheid. Zwangerschapsverlof telt niet als een afwezigheid en geeft dus recht op vakantiegeld.
  • Heb je maar enkele korte periodes in het onderwijs gewerkt, dan berekent de administratie voor elk van die periodes het vakantiegeld en telt zij alles samen.
  • Lever je meer dan volledige prestaties, dan ontvang je voor die extra prestaties geen extra vakantiegeld.

Berekening vakantiegeld 2025

De berekeningsbasis van het vakantiegeld voor alle personeelsleden bedraagt 92% van het brutosalaris van de referentiemaand. De referentiemaand is de maand maart van het kalenderjaar waarin je het vakantiegeld ontvangt.
Bij de bepaling van het brutobedrag van het vakantiegeld wordt rekening gehouden met onder meer je prestaties tijdens het referentiejaar. Het referentiejaar is het voorafgaande kalenderjaar.

Voorbeeld

Voor salarisschalen 141/148/301 – kleuteronderwijzer, onderwijzer, regent, bachelor:
Een in 2024 tijdelijk aangestelde onderwijzer met een lesopdracht van 24/24, salarisschaal 148 heeft op 1 maart 2025 een geldelijke anciënniteit van 3 jaar en 2 maanden en ontvangt 3.133,57 euro bruto vakantiegeld.

De berekening:

  • Geïndexeerd jaarsalaris van 2025 = 40.872,60 euro
  • Geïndexeerd maandsalaris van maart 2025 = 3.406,05 euro
  • 92% van dit geïndexeerde maandsalaris = 3.133,57 euro
  • Verminderd met de inhouding (‘beperking’) van 13,07% = 2.724,01 euro

De bepaling van het brutobedrag van het vakantiegeld houdt rekening met de prestaties tijdens het referentiejaar 2024. In dit voorbeeld heeft het personeelslid gedurende het hele referentiejaar 2024 voltijds gewerkt. Als dat niet het geval is, vermindert het brutobedrag van het vakantiegeld proportioneel.

Centra voor Basiseducatie (CBE)

Ook voor de personeelsleden van de centra voor basiseducatie (CBE) bedraagt het vakantiegeld 92% van het geïndexeerde maandsalaris van de referentiemaand maart 2025.

Universiteiten

Aanvullend vakantiegeld voor schoolverlaters

Was je schoolverlater in het jaar vóór het jaar dat je vakantiegeld ontvangt, dan krijg je ook vakantiegeld voor de periode tussen 1 januari en de datum van je eerste indiensttreding. Je moet voldoen aan deze 2 voorwaarden:

  • Je was jonger dan 25 jaar op 31 december van dat jaar.
  • Je trad binnen de 4 maanden na het afstuderen voor de eerste maal in dienst in het onderwijs. Heb je tijdens ie 4 maanden ook in de privésector gewerkt, dan wordt die periode in mindering gebracht.

Aanvullend vakantiegeld zélf aanvragen

Je moet zelf de aanvraag in orde brengen.
Vul het aanvraagformulier voor aanvullend vakantiegeld in en bezorg dat zo snel mogelijk via je schoolsecretariaat aan het ministerie van Onderwijs en vorming: