Gezinssituatie in 4 statuten

Je statuut bepaalt of de dienst Studietoelagen je eigen inkomen of dat van iemand anders gebruikt om je studietoelage te berekenen.

Bepaling van je statuut

De dossierbehandelaar onderzoekt altijd eerst of je aan de voorwaarden van het eerste statuut voldoet. Als dat niet zo is, wordt er bekeken of je aanmerking komt voor het volgende statuut, enzovoort. De volgorde van deze 4 mogelijke statuten ligt vast.

1. Statuut van gehuwd student1. Statuut van gehuwd student
Je eigen inkomsten en die van je partner worden gebruikt bij de berekening van je studietoelage.
2. Statuut van zelfstandig student2. Statuut van zelfstandig student
Je eigen inkomsten worden gebruikt bij de berekening van je studietoelage.
3. Statuut van student ten laste van de ouder(s) of van een ander natuurlijk persoon3. Statuut van student ten laste van de ouder(s) of van een ander natuurlijk persoon
De inkomsten van je ouders of andere personen van wie je ten laste bent, worden gebruikt bij de berekening van je studietoelage.
4. Statuut van alleenstaand student4. Statuut van alleenstaand student
Je eigen inkomsten worden gebruikt bij de berekening van je studietoelage.

Geen van de 4 statuten?

Kom je voor geen enkele van de 4 statuten in aanmerking? Dan treedt het terugvalscenario in werking. De dossierbehandelaar onderzoekt dan bij welke persoon je het laatst gedomicilieerd was (ook al woon je daar ondertussen al jaren niet meer). Je studietoelage wordt dan berekend op basis van het inkomen van die persoon.