Afbakening referentieregio's
De Vlaamse Regering legde 15 referentieregio’s vast in de kadernota van 4 februari 2022(opent in nieuw venster). De regioafbakening gebeurde na consultatie van de lokale besturen, de ministers van de Vlaamse sectorale beleidsdomeinen en de Vereniging van Vlaamse Steden en Gemeenten (VVSG).
Voor de afbakening van de referentieregio’s waren in de eerste plaats de lokale besturen aan zet. Om de discussie op gang te brengen nam de Vlaamse Regering in haar kadernota van 9 oktober 2020(opent in nieuw venster) een kaart op met een aanzet tot afbakening van referentieregio’s. De fora waar burgemeesters elkaar regelmatig ontmoeten (burgemeestersoverleggen, hulpverleningszones, …), vormden de basis voor die aanzet tot afbakening.
De kaart was richtinggevend en inspirerend voor het debat dat de gouverneurs voerden met de lokale besturen. Herkenden de besturen zich in de afbakening of niet? De gouverneurs kregen de opdracht om de lokale gesprekken over regioafbakening te faciliteren en een advies te formuleren over de afbakening van de referentieregio’s.
Alle gouverneurs formuleerden een advies, net als de verschillende ministers van de Vlaamse sectorale beleidsdomeinen en de VVSG.
In maart 2021(opent in nieuw venster) stelde de Vlaamse Regering 17 referentieregio’s voor, waarbij voor vier van de vijf provincies een definitieve beslissing genomen werd. Voor Limburg werd een vervolgtraject opgestart.
Op basis van alle adviezen werden de referentieregio’s definitief afgebakend in de kadernota van 4 februari 2022(opent in nieuw venster).
De referentieregio's
De volgende tabel geeft een overzicht van de definitieve indeling van gemeenten in referentieregio’s: