Gedaan met laden. U bevindt zich op: Genderbewust taalgebruik: persoonsnamen Genderbewust taalgebruik

Genderbewust taalgebruik: persoonsnamen

Om het beroep, de functie of de rol van iemand te benoemen, kun je in het Nederlands een grammaticaal mannelijke benaming (bijvoorbeeld leraar), een grammaticaal vrouwelijke benaming (bijvoorbeeld lerares) of een genderoverkoepelende benaming (bijvoorbeeld leerkracht) gebruiken. Hieronder vind je tips voor het gebruik van zulke persoonsnamen.

Aanduiding van een specifieke persoon

Als je een persoonsnaam gebruikt om een specifieke persoon aan te duiden, gelden de volgende vuistregels:

  • Gebruik de benaming die de persoon in kwestie zelf gebruikt, als je dat kunt achterhalen.

    Bijvoorbeeld:

    • Imane is directrice van een ICT-bedrijf.
    • Ze is woordvoerder van het agentschap Opgroeien.
    • Sam is verpleegkundige op de dienst spoedgevallen.
  • Gebruik in andere gevallen bij voorkeur een genderoverkoepelende benaming.

    Kun je niet achterhalen welke benaming de persoon in kwestie zelf gebruikt? Gebruik dan een genderoverkoepelende benaming, als die bestaat. Voorbeelden zijn deskundige, leerkracht, leidinggevende, verantwoordelijke, verpleegkundige.

    Als er geen genderoverkoepelende benaming bestaat, kun je proberen om een nieuwe benaming te vormen. Dat kan bijvoorbeeld door samenstelling met woorden als persoon (bijvoorbeeld brandweerpersoon, camerapersoon) of door toevoeging van -e aan een tegenwoordig deelwoord (bijvoorbeeld reizende, lezende). Verder is het mogelijk om de benamingen te combineren met een voor- of nabepaling die het werkdomein aanduidt, bijvoorbeeld administratieve werkkracht, commercieel afgevaardigde, hoofd communicatie, deskundige stedenbouw, verantwoordelijke magazijn.

    Je kunt er ook voor kiezen om een grammaticaal mannelijke benaming te gebruiken, bijvoorbeeld psycholoog of jurist. Zulke benamingen hebben als nadeel dat ze vaak in eerste instantie een mannelijk beeld oproepen. Om een vrouw aan te duiden, is ook een grammaticaal vrouwelijke benaming mogelijk, bijvoorbeeld psychologe of juriste.

Aanduiding van personen in het algemeen

Soms gebruik je persoonsnamen om personen in het algemeen aan te duiden, ongeacht het gender. Bijvoorbeeld:

  • Een personeelslid kan per jaar 20 dagen onbetaald verlof nemen.

Om ervoor te zorgen dat alle genders zich aangesproken voelen, zijn er een aantal strategieën mogelijk:

  • Gebruik bij voorkeur genderoverkoepelende benamingen.

    Om personen in het algemeen aan te duiden, gebruik je bij voorkeur een genderoverkoepelende benaming. Gebruik bijvoorbeeld leerkracht in plaats van leraar en personeelslid in plaats van medewerker.

    Als er geen genderoverkoepelende benaming bestaat, kun je proberen om een nieuwe genderoverkoepelende benaming te vormen, of kun je een grammaticaal mannelijke benaming gebruiken, liefst in het meervoud.

  • Gebruik bij voorkeur meervoudsvormen.

    Mannelijke persoonsnamen worden doorgaans als neutraler ervaren als ze in het meervoud staan. Bovendien verwijzen de meervoudige voornaamwoorden ze, hen en hun naar alle genders.

    Bijvoorbeeld:

    • Leerlingen kunnen worden geweigerd als ze hun inschrijfgeld niet hebben betaald.
  • Gebruik 'u' of 'je' in plaats van een persoonsnaam.

    In bepaalde tekstsoorten, bijvoorbeeld reglementen, brochures of websites, kun je een directe aanspreekvorm, bijvoorbeeld u of je, gebruiken in plaats van een persoonsnaam.

    Bijvoorbeeld:

    • Je kunt worden geweigerd als je je inschrijfgeld niet hebt betaald.
  • Benoem de functie of de activiteit in plaats van de persoon die de functie of activiteit uitoefent.

    Soms is het mogelijk om de functie of activiteit te benoemen in plaats van de persoon die de functie uitoefent. In colofons of aftitelingen kun je bijvoorbeeld benamingen gebruiken als redactie, secretariaat, regie, productie of camera.

Meer informatie

Meer informatie over dit onderwerp vind je op Taaladvies.net(opent in nieuw venster).