Vrijstelling openbare uitoefening van eredienst - Sikh gemeenschap
- Nummer
2023/AR/604
- Datum beslissing
11 februari 2025
- Publicatiedatum
29 april 2025
- Rechtbank
Hof van Beroep te Gent
- Status
Definitief
Heffing
- Onroerende voorheffing
Wettelijke basis
- art. 2.1.6.0.1, 1e lid, 1° VCF
Samenvatting
De belastingplichtige vordert vrijstelling van de onroerende voorheffing voor een pand waarin een Sikh-tempel werd ingericht, ten gevolge waarvan het onroerend goed bestemd zou zijn voor het openbaar uitoefenen van een eredienst.
De onbaatzuchtige uitbating van het onroerend goed staat niet ter betwisting. Evenmin wordt betwist dat in het complex (minstens, in delen ervan) een Sikhtempel werd ingericht. De partijen twisten enkel over de vraag of het inrichten van een Sikhtempel in het onroerend goed ook betekent dat er (1) openbaar (2) een eredienst uitgeoefend wordt en, (3) ondergeschikt, welke delen van het gebouw daartoe bestemd zijn.
Dat het Sikhisme een religieuze godsdienstovertuiging betreft in het kader waarvan door een groot aantal gelovigen in gemeenschap geloofshandelingen worden veruitwendigd, is algemeen gekend en kan niet ernstig worden betwist. Dat het Sikhisme door de staat niet erkend is als eredienst, doet geen afbreuk aan het feit dat het om een religie gaat, waarin het kader van een eredienst geloofsrituelen worden veruitwendigd. Terecht merkt de belastingplichtige op dat de toepassing van artikel 2.1.6.0.1., lid 1° VCF niet vereist dat er sprake is van een erkende eredienst.
De eredienst wordt in het openbaar uitgeoefend indien ze toegankelijk is voor het publiek dat de vrije mogelijkheid moet hebben om de eredienst op een toegankelijke plaats te belijden, uit te oefenen of bij te wonen.
De belastingplichtige brengt op vandaag voldoende stukken bij waaruit de openbaarheid van de erediensten kan worden afgeleid. In abstracto blijken de openbaarheid en gemeenschap een leidmotief te zijn van het geloof van de Sikh. In concreto wordt in de statuten het bevorderen en bekendmaken van de Sikhreligie op het vlak van taal en cultuur door de oprichting van de Sikhtempel en het organiseren van gebedsstonden, uitdrukkelijk als maatschappelijk doel geformuleerd. Ook worden erin de na te leven regels binnen de Sikhtempel uitdrukkelijk omschreven, waarbij als eerste regel geldt : “Ieder natuurlijk persoon mag de tempel binnentreden maar dient rekening te houden met de regels die binnenin gelden.”. Het werd aldus statutair verankerd dat de Sikhtempel ertoe strekt het Sikhgeloof uit te dragen en dat iedereen in de tempel welkom is, mits respect voor de basisregels (zoals die geacht mogen worden te bestaan in elk gebouw met een religieuze of sacrale bestemming). De belastingplichtige brengt daarnaast een aantal foto’s bij van affiches die buiten op de toegangsdeuren van het complex zijn aangebracht. Vieringen gaan door op woensdag van 11.00 tot 14.00 en worden gevolgd door Langar, de rituele maaltijd die klaarblijkelijk voor (vermeende) overlast heeft gezorgd bij de bewoners van andere delen van het complex. Op deze affiches staat uitdrukkelijk en in het groot vermeld : “Voel u vrij om deze bij te wonen”. Aldus wordt een permanente uitnodiging aan eenieder gericht om de erediensten bij te wonen en wordt aanwezigheid van buitenstaanders gestimuleerd. De belastingplichtige wijst ook op haar facebookpagina waarop het kenmerkende gebouw van de Humorhal in het groot op de foto staat en een beperkt aantal foto’s van diensten binnenin werden gepost (tussen 2017 en 2023). Niettegenstaande het correct is dat de belastingplichtige niet aantoont dat de betrokken affiches en foto’s (reeds) tijdens het aanslagjaar in het geding aangebracht waren of genomen werden, is er geen enkele indicatie en valt niet in te zien dat en waarom de belastingplichtige haar religie op vandaag op een andere wijze zou uitdragen dan tijdens het betrokken aanslagjaar.