Ledencijfers sportclubs

In 2023 waren 1.444.560 inwoners van het Vlaamse Gewest lid van minstens 1 sportclub aangesloten bij een erkende of gesubsidieerde Vlaamse sportfederatie. Dat is 0,5% minder dan in 2022 en 19% meer dan in 2014.

In 2023 was 41% van de leden van de sportclubs een vrouw. Het aandeel vrouwen bleef daarmee over de jaren min of meer stabiel. In 2014 lag dat aandeel op 40%.

Naar leeftijd ligt het lidmaatschap van sportclubs het hoogst bij kinderen met een leeftijd van 5 tot en met 14 jaar. Tussen 15 en 19 jaar zijn er nog steeds veel kinderen lid van een Vlaamse sportclub, maar dat aantal neemt wel af naarmate men ouder wordt. Tussen 20 en 70 jaar blijft het aantal leden vrij stabiel, om na 70 jaar af te nemen met de leeftijd.

Van alle erkende of gesubsidieerde sportfederaties was Voetbal Vlaanderen in 2023 met ruim 296.000 leden de grootste sportfederatie. Ook Tennis en Padel Vlaanderen, de Vlaamse Wielrijdersbond en GymnastiekFederatie Vlaanderen telden elk meer dan 100.000 leden.
In de top 15 van grootste sportfederaties staan ook enkele multisportfederaties: Sporta, Sportievak, FROS Multisport Vlaanderen en OKRA-SPORT+. Een multisportfederatie biedt minstens 5 verschillende sporttakken aan. Dat in tegenstelling tot unisportfederaties. Die bieden slechts 1 sporttak aan.

In 2023 was gemiddeld 21,4% van de inwoners van het Vlaamse Gewest lid van minstens 1 sportclub aangesloten bij een erkende of gesubsidieerde sportfederatie. In de 13 centrumsteden, de rand rond Brussel, de meeste kustgemeenten en het merendeel van de gemeenten aan de taalgrens lag dat percentage onder het Vlaams gemiddelde.