Officiële ontwikkelingshulp (ODA)

In 2024 bedroeg de officiële ontwikkelingshulp of ODA (open definitie) van de Vlaamse overheid 59,4 miljoen euro. Dat is 17% minder ten opzichte van 2023, toen de Vlaamse overheid extra middelen (18 miljoen euro) vrijmaakte voor de opvang van vluchtelingen uit Oekraïne.

De Vlaamse officiële ontwikkelingshulp steeg van iets meer dan 32 miljoen euro in 2006 tot bijna 56 miljoen euro in 2013. In de jaren na 2013 bleef de hulp min of meer constant. Tussen 2016 en 2018 daalde de ODA weer tot iets minder dan 48 miljoen euro. In 2019 groeide de officiële ontwikkelingshulp opnieuw aan en bereikte een piek in 2020, daalde in 2021, steeg daarna fors in 2022 en nam weer af in 2023 en 2024. Het gaat telkens om bedragen in lopende prijzen.

Ongeveer 44% van de ODA bestond uit geografisch niet op te delen bijdragen. De officiële partnerlanden van de Vlaamse overheid zijn Mozambique, Malawi en Marokko (nieuw partnerland). Tegelijkertijd werd in 2024 de ontwikkelingssamenwerking met Zuid-Afrika afgerond. Ruim 18 miljoen euro (of 31%) van de officiële ontwikkelingshulp van de Vlaamse overheid vloeide in 2024 naar Zuidelijk Afrika.

Het grootste deel van de Vlaamse officiële ontwikkelingshulp is geconcentreerd op een beperkt aantal sectoren. In 2024 was gezondheid, bevolking en reproductieve gezondheid met 32% de belangrijkste sector binnen de Vlaamse officiële ontwikkelingshulp. Landbouw, visserij, voedselhulp was met 22% de 2de belangrijkste sector binnen de Vlaamse officiële ontwikkelingshulp. Nagenoeg 10% van de Vlaamse officiële ontwikkelingshulp was gericht op onderwijs.

De officiële ontwikkelingshulp van de Vlaamse overheid bedroeg in 2023 bijna 72 miljoen euro. Dat kwam overeen met 2,8% van de totale Belgische ODA in dat jaar. Dat percentage schommelt sinds 2006 tussen 2,0% en 4,7%.

Cijfers over de totale Belgische ODA in 2024 zijn nog niet beschikbaar.