Productiviteit in de industrie

De arbeidsproductiviteit (open definitie) in de Vlaamse industrie (open definitie) wordt voor 2024 geraamd op 130.100 euro. De arbeidsproductiviteit is de verhouding tussen de bruto toegevoegde waarde (open definitie) en de werkgelegenheid (open definitie) in de industrie of de hoeveelheid bruto toegevoegde waarde die een werkende in de industrie produceert. De arbeidsproductiviteit ligt in de industrie op een structureel hoger niveau dan in de hele economie.

De arbeidsproductiviteit nam onafgebroken toe tussen 2010 en 2019. In 2020 viel de arbeidsproductiviteit terug door het uitbreken van de Covid-19-crisis, met een terugval van de economische activiteit als gevolg. Dat werd vooral opgevangen door minder gepresteerde uren, eerder dan door een daling van de werkgelegenheid.

De herneming van de economische activiteit in 2021 zorgde ook voor een groei van de arbeidsproductiviteit in de industrie en bij uitbreiding in de hele economie. Die groei werd verdergezet in 2022. In 2023 daalde de arbeidsproductiviteit in de industrie met -1,6%, maar nam ze toe in de hele economie met +4,5%. Dat kwam door een de terugloop van de bruto toegevoegde waarde in de industrie. In 2024 zou de bruto toegevoegde waarde in de industrie stagneren, maar daalt de werkgelegenheid. Dat maakt dat de arbeidsproductiviteit zal toenemen met +1,0%, wat lager is dan de toename van de arbeidsproductiviteit in de hele economie (+3,1%).

De arbeidsproductiviteit in de Vlaamse industrie bedroeg 122.200 euro in 2021. Dat is hoger dan in het Waalse (110.500 euro) of Brusselse Gewest (104.000 euro). Dat laatste is opmerkelijk, want de totale Brusselse arbeidsproductiviteit voor de hele economie is hoger dan de Vlaamse of de Waalse.

Het EU27-gemiddelde van de arbeidsproductiviteit in de industrie was 73.400 euro in 2021. Van onze buurlanden deed enkel Nederland (138.800 euro) het beter dan het Vlaamse Gewest. België in zijn geheel bereikte een waarde van 118.500 euro.