Bruto toegevoegde waarde

De bruto toegevoegde waarde (open definitie) van het Vlaamse Gewest lag in 2023 op 321,9 miljard euro. Dat is in lopende prijzen een groei van 5,9% tegenover 2022. In reële prijzen ging het om een groei van 1,3% tegenover 2022. In 2021 en 2022 werden hogere reële groeicijfers genoteerd, na het herstel van de Covid-19-crisis (respectievelijk +7,2% en +5,5%).

Tussen 2004 en 2008 steeg de bruto toegevoegde waarde sterk. Dat waren jaren van een positieve economische conjunctuur. In 2009 brak de financieel-economische crisis uit. De bruto toegevoegde waarde kende dat jaar een terugval. Maar in 2010 en 2011 was er sprake van herstel. De groeicijfers waren in 2013 en 2014 opnieuw zwakker door de schulden- en eurocrisis tussen 2011 en 2014. Vanaf 2015 was er weer sprake van een sterkere stijging tot 2019. In 2021 herstelde de bruto toegevoegde waarde van de Covid-19 crisis. In 2022 bedroeg de stijging 13,6% (in lopende prijzen), deels door de hoge inflatie in dat jaar.

De handel was, net zoals in de jaren voorheen, de belangrijkste bedrijfstak in 2023 met een bruto toegevoegde waarde van 46 miljard euro. Daarmee had de handel een aandeel van 14% in de totale bruto toegevoegde waarde. De top 5 van sectoren met de grootste bruto toegevoegde waarde omvat verder de sector van de hoofdkantoren en het bedrijfsadvies, het onroerend goed, het onderwijs en de bouwnijverheid. Deze 5 bedrijfstakken waren in 2023 samen goed voor 47% van de totale Vlaamse bruto toegevoegde waarde.

Tussen 2003 en 2023 steeg het aandeel van de hoofdkantoren en adviesbureaus in de totale bruto toegevoegde waarde met 3 procentpunt. Toenames van 2 procentpunt waren er bij het onroerend goed en de administratieve diensten. Verder zagen de bouwnijverheid en de banken en verzekeringen, de informaticadiensten en de farmacie hun aandeel telkens met 1 procentpunt toenemen. De chemie, de voeding en drank en het vervoer en opslag kenden een daling van hun aandeel.

Het arrondissement Antwerpen was met 59 miljard euro de belangrijkste producent van bruto toegevoegde waarde in het Vlaamse Gewest in 2023. De top 3 wordt vervolledigd door Halle-Vilvoorde en het arrondissement Gent. Deze 3 arrondissementen waren in 2023 goed voor 41% van de Vlaamse bruto toegevoegde waarde. De (kleinere) arrondissementen Eeklo, Veurne en Diksmuide zijn telkens goed voor 2 tot 3 miljard euro bruto toegevoegde waarde.