Sociale bijstand - inkomensvervangende tegemoetkoming/integratietegemoetkoming

Begin 2024 werd in het Vlaamse Gewest aan 126.684 personen een inkomensvervangende tegemoetkoming en/of een integratietegemoetkoming uitgekeerd. Personen met een handicap kunnen een beroep doen op een inkomensvervangende tegemoetkoming (IVT) indien zij door hun handicap geen of minder mogelijkheden hebben om een betaalde baan uit te oefenen. Daarnaast bestaat er voor hen een integratietegemoetkoming (IT) indien zij moeilijkheden hebben bij het uitvoeren van hun dagelijkse activiteiten. Het aantal personen met een IVT en/of IT is de voorbije jaren sterk gestegen.

Het totaal aantal personen met inkomensvervangende tegemoetkoming en/of integratietegemoetkoming in het Vlaamse Gewest lag begin 2024 bij vrouwen (67.264) hoger dan bij mannen (59.420).

In het algemeen geldt dat het aantal personen met een IVT en/of IT stijgt met de leeftijd tot 64 jaar. Er is ook nog een behoorlijk grote groep 65-plussers met een IVT en/of IT ondanks het feit dat de IT en IVT gericht zijn op personen van 18 tot 64 jaar. Dat komt doordat personen die voor hun 65ste verjaardag een dergelijke uitkering hebben ontvangen, die blijven ontvangen nadat ze 65 jaar geworden zijn.

Het aandeel personen met een inkomensvervangende tegemoetkoming en/of integratietegemoetkoming in de totale bevolking lag begin 2024 het hoogst in een aantal gemeenten in West-Vlaanderen, voornamelijk in de Westhoek. In Mesen lag het aandeel in 2024 met 5,9% van de bevolking het hoogst. Daarna volgen Ieper (4,8%), Poperinge (4,8%), Langemark-Poelkapelle (4,1%) en Wervik (4,1%). In Tervuren lag het aandeel met 0,6% het laagst van alle gemeenten in het Vlaamse Gewest.

Begin 2024 ontving in het Vlaamse Gewest 1,9% van de bevolking een inkomensvervangende tegemoetkoming en/of een integratietegemoetkoming. Dat is iets hoger dan in het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest (1,7%). In het Waalse Gewest ging het om 2,5% en voor België als geheel om 2,1% van de bevolking.