Gedaan met laden. U bevindt zich op: Inkomen (volgens de nationale rekeningen) Inkomen en armoede

Inkomen (volgens de nationale rekeningen)

Gepubliceerd op 17 september 2024 • Volgende update op 17 september 2024
Inhoud is aan het laden
Inhoud is aan het laden
Inhoud is aan het laden

Beschikbaar inkomen per inwoner daalde met 2,1% in 2022

Het per inwoner lag in het Vlaamse Gewest in 2022 op 26.600 euro. Dat is 2,1% lager dan in 2021. Het gaat om het reële inkomen, wat wil zeggen dat rekening gehouden wordt met de inflatie door de bedragen uit te drukken in prijzen van 2022. De inflatie trok sterk aan in 2022, terwijl de lonen en sociale uitkeringen met enige vertraging geïndexeerd werden.

Het beschikbaar inkomen per inwoner steeg tussen 1995 en 2022 reëel met 13%. Die toename was niet gelijkmatig over heel de periode. Het reële beschikbaar inkomen daalde in 1996, tussen 2002 en 2004, tussen 2009 en 2013, in 2018 en laatst dus ook in 2022.

Lonen belangrijkste component van primair inkomen

De zijn veruit het belangrijkste bestanddeel van het primair inkomen (77% in 2022). Het primair inkomen is het inkomen gebaseerd op arbeid en kapitaal. Het aandeel van de lonen in het primair inkomen groeide met de tijd (72% in 2002). Het gemengd inkomen (verdiensten van zelfstandigen en ondernemers) bedroeg in 2022 10% van het primair inkomen. Dat aandeel bleef grosso modo gelijk sinds 2002. De volgende belangrijke component van het primair inkomen is het netto-inkomen uit vermogen, met ook een aandeel van 10% in 2022. Dat is lager dan in 2002 (14%). Het exploitatieoverschot, ten slotte, bestaat voornamelijk uit reële en toegerekende huurinkomsten en vormt met 3% de kleinste post van het primair inkomen. Dat aandeel bleef min of meer constant sinds 2002.

Belastingen belangrijkste sociale correctie

Het primair inkomen wordt door sociale correcties afgeroomd of bijgesteld om te komen tot het beschikbaar inkomen. De belastingen zijn de belangrijkste sociale correctie. In 2022 ging het om een bedrag van 43,4 miljard euro.

De netto sociale uitkeringen (uitkeringen in het kader van werkloosheid, ziekte, pensioenen… minus sociale premies ten laste werkgevers, doorbetaling loon ingeval ziekte…) waren in 2022 goed voor een positief bedrag van 2,4 miljard euro. In 2022 droeg deze post positief bij tot het beschikbaar inkomen, terwijl in 2002 en 2012 een groter bedrag af ging voor sociale uitkeringen dan dat erbij kwam.

Onder netto overige inkomensoverdrachten worden uitkeringen verstaan voor schade, prijzengelden, stakingsgelden minus schadeverzekeringspremies, boetes. Deze post roomde 1,4 miljard euro af van het primaire inkomen.

De sociale correcties samen waren in 2022 goed voor een bedrag van 42,4 miljard euro. Dat leidde tot een totaal beschikbaar inkomen van 179,0 miljard euro.

Beschikbaar inkomen hoogst in het arrondissement Sint-Niklaas

In 2022 kende het arrondissement Sint-Niklaas het hoogste beschikbaar inkomen per inwoner (29.300 euro), gevolgd door de Vlaams-Brabantse arrondissementen Leuven (29.000 euro) en Halle-Vilvoorde (28.300 euro). Ook een aantal andere arrondissementen in de verdere omgeving van Brussel scoorden hoog, wat samenhangt met de pendel van en naar de hoofdstad. Daarnaast ligt het beschikbaar inkomen ook relatief hoog in een aantal West-Vlaamse arrondissementen, waaronder Tielt (28.200 euro).

Het beschikbaar inkomen per inwoner was in 2022 het laagst in de Limburgse arrondissementen Maaseik en Tongeren en in de arrondissementen Antwerpen en Oostende (tussen 24.000 en 25.000 euro).

Beschikbaar inkomen in Vlaams Gewest hoog in vergelijking met EU-landen

Het beschikbaar inkomen per inwoner lag in het Vlaamse Gewest in 2021 op 21.700 euro uitgedrukt in (KKS). In geheel België was dat 20.400 euro KKS. Het beschikbaar inkomen per inwoner lag lager in het Waalse en Brusselse Hoofdstedelijke Gewest (telkens 18.600 euro KKS).

Daarmee scoort het Vlaamse Gewest hoog in vergelijking met de landen van de Europese Unie (EU). Enkel Luxemburg (26.700 euro KKS), Duitsland en Oostenrijk (telkens 22.000 euro KKS) scoorden hoger in 2021. De Oost-Europese lidstaten noteerden het laagste inkomen per inwoner, met als hekkensluiter Bulgarije (9.700 euro KKS). Daarmee lag het beschikbaar inkomen per hoofd in het rijkste land (Luxemburg) 2,8 keer hoger dan in het armste land (Bulgarije). Maar dat verschil neemt af: in 2008 was dat nog 4,3 keer hoger.