Gedaan met laden. U bevindt zich op: Woningen sociale sector Bouwen en wonen

Woningen sociale sector

Gepubliceerd op 5 juli 2024 • Volgende update: juni 2025
Inhoud is aan het laden
Inhoud is aan het laden
Inhoud is aan het laden

Correctie op 30 augustus 2024

Op 5 juli werd een update van deze statistiek gepubliceerd. De eerste paragraaf over het totaal aantal woningen in de sociale sector vermeldde echter foutief nog cijfers van 2022. Op 30 augustus werden deze aangepast naar de correcte cijfers van 2023.

Ruim 180.000 sociale huurwoningen

Eind 2023 telde de woonmaatschappijen in het Vlaamse Gewest alles samen 180.589 sociale huurwoningen. 92% van de sociale woningen is in eigendom van de woonmaatschappijen, 8% zijn ingehuurde woningen.

Het sociaal woonlandschap is in 2023 veranderd. Sociale huisvestingsmaatschappijen (SHM) en sociale verhuurkantoren (SVK) werden op 1 juli 2023 omgevormd tot nieuwe woonmaatschappijen. Daarbij gebeurden er fusies en splitsingen. Bijgevolg kunnen er (sterke) verschuivingen zichtbaar zijn in de gegevens van individuele woonmaatschappijen.

Woningen in eigendom van woonmaatschappijen vooral in de grootsteden

Het aantal woningen in eigendom van een woonmaatschappij lag eind 2023 het hoogst in de grootsteden Antwerpen en Gent, met respectievelijk 22.404 en 13.505 woningen. In Brugge waren er 4.060 sociale woningen in eigendom. In de overige Vlaamse gemeenten was dat aantal telkens kleiner dan 4.000 woningen. In 2 Vlaamse gemeenten waren er geen woningen in eigendom. Het gaat om Herstappe en Horebeke.

Als de woningen in eigendom van een woonmaatschappij afgezet worden tegenover het aantal private huishoudens ligt de capaciteit het hoogst in Duffel, Spiere-Helkijn, Mesen, Zelzate, Lier, Wervik, Diest, Schelle, Hamme, Genk, Menen, Willebroek, Wachtebeke, Gent en Zwevegem. In die gemeenten zijn er telkens meer dan 100 sociale woningen per 1.000 huishoudens.

Ingehuurde sociale woningen voornamelijk in de centrumsteden

Het aantal ingehuurde woningen door woonmaatschappijen lag eind 2023 het hoogst in de centrumsteden. Antwerpen telde met 795 woningen het grootste aantal woningen, gevolgd door Roeselare, Kortrijk en Brugge met telkens meer dan 400 woningen. In de overige Vlaamse steden en gemeenten was dat aantal kleiner. Er waren geen ingehuurde sociale woningen in Baarle-Hertog, Mesen, Horebeke, Kapelle-op-den-Bos, Lochristi en Maarkedal.

In Herstappe, Roeselare en Turnhout ligt het aantal ingehuurde woningen per 1.000 huishoudens het hoogst met meer dan 14 woningen per 1.000 huishoudens. In 16 gemeenten is er minder dan 1 ingehuurde woningen per 1.000 huishoudens.