Sociaal tarief voor energie (elektriciteit, aardgas, warmte)
Het sociaal tarief voor energie (‘sociale maximumprijs’) is een sterk verlaagd tarief voor elektriciteit, aardgas en warmte (voor wie aangesloten is op een warmtenet). Het wordt alleen toegekend aan personen of gezinnen die bepaalde uitkeringen of tegemoetkomingen krijgen.
Wie recht heeft op het sociaal tarief voor energie, is een ‘beschermde klant’ of ‘beschermde afnemer’. Wie beschermde afnemer is, heeft ook nog recht op andere voordelen en premies voor beschermde afnemers.
Voorwaarden
Zelf online checken
Op de website van de FOD Economie, KMO, Middenstand en Energie kunt u zelf nagaan of u het sociaal tarief voor energie automatisch krijgt, voor welk contract en hoe lang(opent in nieuw venster). De databank krijgt elke 3 maanden een update.
Overzicht
Om het sociaal tarief voor energie te krijgen, moet u of iemand op uw domicilieadres, een bepaalde uitkering of tegemoetkoming krijgen.
Onderstaande voorwaarden zijn een opsomming van categorieën die van toepassing zijn voor het Vlaamse gewest om in aanmerking te komen voor het sociaal tarief voor energie.
Categorie | Uitkering/tegemoetkoming | Uitleg |
---|---|---|
Uitkering van OCMW (categorie 1) | Leefloon | Tegemoetkoming bij onvoldoende inkomen |
Financiële maatschappelijke dienstverlening gelijkwaardig aan het leefloon | Tegemoetkoming bij onvoldoende inkomen | |
Voorschot op een inkomensgarantie voor ouderen (IGO) | Zie categorie 3 | |
Voorschot op een tegemoetkoming voor personen met een handicap | Zie categorie 2A | |
Uitkering van FOD Sociale Zekerheid Directie-generaal Personen met een Handicap (categorie 2A) | Tegemoetkoming als persoon met een handicap op basis van een blijvende arbeidsongeschiktheid van 65% | Tegemoetkoming na een beroepsziekte of een arbeidsongeval met blijvende letsels waarvan de graad werd vastgesteld op 65% |
Inkomensvervangende tegemoetkoming | Tegemoetkoming voor personen die omwille van hun handicap niet kunnen werken of een verminderd verdienvermogen hebben | |
Integratietegemoetkoming | Tegemoetkoming die bedoeld is als compensatie voor de bijkomende kosten die je als persoon met een handicap hebt om deel te kunnen nemen aan het maatschappelijke leven (‘integratie’) | |
Tegemoetkoming voor hulp van derden | Tegemoetkoming voor wie arbeidsongeschikt is en voor zijn dagelijkse activiteiten hulp nodig heeft van derden | |
Uitkering van Zorgkas (categorie 2B voor wat betreft Vlaams Gewest) | Zorgbudget voor ouderen met een zorgnood (vroeger THAB of ‘tegemoetkoming voor hulp aan bejaarden) | Tegemoetkoming voor 65’+ers met een beperkt inkomen en gezondheidsproblemen |
Uitkering van Opgroeien (Team Zorgtoeslagevaluatie) (categorie 2C voor wat betreft Vlaams Gewest) | Zorgtoeslag voor kinderen met een specifieke ondersteuningsbehoefte met een minimale score van 4 punten in pijler 1 van de medisch-sociale schaal (voor 2019: ‘verhoogde kinderbijslag’) | Toeslag op het Groeipakket voor kinderen met een specifieke ondersteuningsbehoefte |
Uitkering van Federale Pensioendienst (categorie 3) | Inkomensgarantie voor ouderen of IGO (vroeger ‘gewaarborgd inkomen voor bejaarden’) | Tegemoetkoming bij een laag pensioen |
Tegemoetkoming als persoon met een handicap op basis van een blijvende arbeidsongeschiktheid van 65% (een aanvullende tegemoetkoming of een tegemoetkoming ter aanvulling van het gewaarborgd inkomen) | Zie categorie 2A | |
Tegemoetkoming voor hulp van derden | Zie categorie 2A | |
Zorgbudget voor ouderen met een zorgnood (vroeger THAB of ‘tegemoetkoming voor hulp aan bejaarden) | Zie categorie 2B |
Voor info over Categorie 2B en 2C in het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest, het Waalse Gewest en de Duitstalige Gemeenschap, zie: Sociaal tarief voor energie (FOD Economie)(opent in nieuw venster).
Categorie | Wie? | Voorwaarde? |
---|---|---|
Bewoners van sociale huisvesting (categorie 4) | Huurders of eigenaars in gebouwen van:
| Bij appartementen: een verwarming op aardgas via een gemeenschappelijke installatie |
Tijdelijk recht op sociaal tarief (categorie 5)
Van februari 2021 tot 30 juni 2023 hadden personen met een verhoogde tegemoetkoming voor gezondheidszorgen ook recht op het sociaal tarief voor aardgas en elektriciteit voor eigen gebruik (residentiële afnemer). Dit recht werd stopgezet sinds 1 juli 2023. Voor meer info, zie: Sociaal tarief voor energie voor personen met een verhoogde tegemoetkoming (FOD Economie)(opent in nieuw venster).
Procedure
Sociaal tarief krijgen
Vanaf het moment dat u onder één van de categorieën valt, hebt u automatisch recht op het sociaal tarief voor energie. Eén keer om de drie maanden geeft de FOD Economie alle namen van rechthebbenden door aan de energieleveranciers. U hoeft dus geen attest meer aan te leveren aan de leverancier. De mogelijke startdata van het sociaal tarief voor energie zijn dus 1 januari, 1 april, 1 juli of 1 oktober. U moet er rekening mee houden dat u het nieuwe tarief pas op de factuur van de daaropvolgende maand kunt zien.
Voorbeeld: u valt sinds februari onder één van de categorieën. Uw naam wordt in april doorgegeven aan uw leverancier. Uw factuur van mei wordt op basis van het sociaal tarief aangerekend.
Uitzondering: categorie 4:
Als huurder van een sociaal appartement met een gemeenschappelijke verwarmingsinstallatie op aardgas, krijgt u het sociaal tarief voor energie niet automatisch. De beheerder van het appartement moet daarvoor de nodige stappen zetten. Vraag na of uw beheerder de nodige stappen heeft gezet en het voordelige tarief aan u doorrekent.
Sociaal tarief verliezen
De FOD controleert slechts 1 keer per jaar of u nog steeds onder 1 van de categorieën valt. Dit is op 31 december. Verloor u uw uitkering of tegemoetkoming in de loop van het jaar, dan hebt u op 1 januari van het daaropvolgende jaar geen recht meer op sociaal tarief voor energie.
U wordt automatisch op een variabel contract gezet door de energieleverancier. Het is echter mogelijk om op ieder moment over te stappen naar een voordeliger contract of leverancier. Gebruik hiervoor de V-test.
Wat als sociaal tarief niet automatisch wordt toegekend?
In sommige gevallen is het niet mogelijk om het sociaal tarief voor energie automatisch toe te kennen of zijn er soms problemen met de automatische toekenning. In dat geval doet u het volgende:
- Vraag een papieren bewijsstuk aan bij de instantie waar u uw uitkering of tegemoetkoming krijgt. Zie de veelgestelde vraag ‘Ik heb een attest of bewijs nodig…’ op deze pagina.
- Bezorg dat bewijsstuk aan uw leverancier.
Bedrag
Op de website van de CREG kunt u de sociale tarieven voor elektriciteit, aardgas en warmte raadplegen(opent in nieuw venster). Het sociaal tarief voor warmte is gelijk aan het sociaal tarief voor aardgas. De bedragen van het sociaal tarief voor energie worden om de 3 maanden aangepast: begin juli, oktober, januari en april.
Het sociaal tarief voor energie is in heel België bij alle energieleveranciers hetzelfde. Het komt neer op de prijs die de goedkoopste energie- en/of aardgasleverancier aanbiedt op de commerciële markt. Doorgaans is het sociaal tarief voor energie 30% goedkoper dan het gemiddelde tarief.
Er is een:
- tarief voor aardgas
- tarief voor warmte (voor wie aangesloten is op een warmtenet)
- tarief voor elektriciteit. Voor elektriciteit bestaat er een sociaal tarief voor het enkelvoudig tarief (dagteller), het tweevoudig tarief (dag- en nachtteller) en het exclusief nachttarief (enkel nachtteller).
Uitzonderingen
Bepaalde tegemoetkomingen geven geen recht op het sociaal tarief voor energie.
Bijvoorbeeld als u:
- een uitkering van een verzekering ontvangt
- een pensioen van de openbare sector ontvangt
- ‘artikel 60’ van het OCMW geniet
- zich in schuldbemiddeling bevindt
- …
Het sociaal tarief voor energie is niet van toepassing voor:
- tweede verblijfplaats (ander adres dan het domicilieadres)
- gemeenschappelijke delen van appartementsgebouwen
- bewoners van een appartement op de privémarkt met een gemeenschappelijke energieteller.
- professionele klanten
- occasionele klanten/tijdelijke aansluitingen
- personen die in een woonzorgcentrum of rust- en verzorgingstehuis verblijven
- personen die in een assistentiewoning verblijven én die geen aparte afrekening voor gas en elektriciteit krijgen.