Berekening eindejaarstoelage voor onderwijspersoneel
De eindejaarstoelage is samengesteld uit een forfaitair en een veranderlijk gedeelte. In 2024 bedraagt het forfaitair gedeelte 790,87 EUR.
Het veranderlijke gedeelte bedraagt 2,5 procent van de jaarlijkse brutobezoldiging die tot grondslag diende voor de berekening van het salaris van de maand oktober 2024.
Voor centra voor basiseducatie gelden eigen parameters.
Voor wie?
Deze pagina is voor basisonderwijs, secundair onderwijs, deeltijds kunstonderwijs, centra voor leerlingenbegeleiding, centra voor basiseducatie, internaten, zelfstandige leersteuncentra en volwassenenonderwijs.
Referentieperiode
Bij de berekening van de eindejaarstoelage wordt rekening gehouden met de prestaties tijdens de referentieperiode.
- De referentieperiode voor de berekening van de eindejaarstoelage 2024 van tijdelijke personeelsleden met recht op uitgestelde bezoldiging is het schooljaar 2023 – 2024 (1 september 2023 – 30 juni 2024).
- Deze referentieperiode geldt niet voor personeelsleden die op 1 januari 2024 vastbenoemd werden in al hun tijdelijke opdrachten met uitgestelde bezoldiging.
- De referentieperiode voor de berekening van de eindejaarstoelage 2024 van vastbenoemde personeelsleden (of toegelaten tot de proeftijd) en tijdelijke personeelsleden zonder recht op uitgestelde bezoldiging loopt van 1 januari 2024 tot 30 september 2024.
Voorbeeld: licentiaat/master
(salarisschaal 501 – licentiaat/master):
Een tijdens de referentieperiode van de eindejaarstoelage 2024 uitsluitend vast benoemd leraar in het secundair onderwijs, derde graad, met een lesopdracht van 20/20 economie, salarisschaal 501 en een geldelijke anciënniteit van 12 jaar en 9 maanden op 1 oktober 2024.
Jaarlijkse brutobezoldiging die tot grondslag diende voor de berekening van het salaris van oktober 2024: 29.420,76 EUR.
Index: 2,0807.
Berekening: [790,87 + (2,5% x 29.420,76 x 2,0807)] x 270/270 x 20/20 = 2.321,26 EUR.
De eindejaarstoelage bedraagt 2.321,26 EUR bruto. Van dit bedrag wordt nog een VGZ-bijdrage afgehouden en ook nog bedrijfsvoorheffing.
Voorbeeld: kleuteronderwijzer, onderwijzer, regent, bachelor
(salarisschalen 141/148/301 – kleuteronderwijzer, onderwijzer, regent, bachelor):
Een tijdelijk aangestelde kleuteronderwijzeres heeft tijdens het schooljaar 2023 – 2024 een voltijdse opdracht van 1 september 2023 tot 30 april 2024. Vanaf 1 mei 2024 oefent zij een halftijdse opdracht uit. Haar geldelijke anciënniteit bedraagt 5 jaar en 3 maanden op 1 oktober 2024.
Jaarlijkse brutobezoldiging die tot grondslag diende voor de berekening van het salaris van oktober 2024: 20.199,15 EUR.
Index: 2,0807.
Berekening:
[790,87 + (2,5% x 20.199,15 x 2,0807)] x 240/300 x 24/24 = 1.473,26 EUR.
[790,87 + (2,5% x 20.199,15 x 2,0807)] x 60/300 x 12/24 = 184,16 EUR.
De eindejaarstoelage bedraagt 1.473,26+ 184,16 = 1.657,42 EUR.
Van dit bedrag wordt een RSZ-bijdrage van 216,62 EUR afgehouden en ook nog bedrijfsvoorheffing.
Centra voor basiseducatie
Voor de personeelsleden van de Centra voor basiseducatie (CBE) gelden specifieke parameters. Voor de eindejaarstoelage 2024 zijn de parameters:
- forfaitair gedeelte: 1.330,81 EUR;
- veranderlijk gedeelte: 3,52% van de jaarlijkse brutobezoldiging die tot grondslag diende voor de berekening van het salaris van de maand oktober 2024.
Extra informatie
Regelgeving
- Omzendbrief akkoorden sociale programmatie 2012-2014. Maatregelen geldelijk statuut(opent in nieuw venster) (PERS/2014/02)
- KB toekenning vakantiegeld(opent in nieuw venster) (30/01/1979)