Voorrang en ordening bij inschrijven in het gewoon basis- en secundair onderwijs

Leerlingen met een (stief- of half-)broer of (stief- of half-)zus op school of kinderen van personeel, zoals leraren en secretariaatsmedewerkers, krijgen altijd voorrang:

• In het gewoon basisonderwijs: leerlingen kunnen vroeger inschrijven en/of krijgen voorrang bij de ordening via het aanmeldingssysteem.
• In het gewoon secundair onderwijs (1A/1B): leerlingen krijgen de voorrang altijd via het aanmeldingssysteem.

Als de ouder Nederlands kent, krijgt een leerling voorrang bij inschrijving in een school in Brussel. Dat is ook zo voor ouders met leerlingen in het 2de tot en met het 7de jaar secundair onderwijs. De ouder bewijst de kennis van het Nederlands.

Daarnaast bewijst de ouder ook dat het hun kind is door:

• Een kopie van de kids-ID

of

• Een kopie van de geboorteakte of een attest van gezinssamenstelling (uittreksel uit het bevolkings-, vreemdelingen- of wachtregister)

Als de ouder Nederlandstalig secundair onderwijs gevolgd heeft of als de ouder een bewijs van kennis van het Nederlands heeft, voldoet hij aan de voorrangsregel Nederlands.

Leerlingen die vanaf de start van de leerplicht Nederlandstalig basisonderwijs hebben gevolgd in een erkende school(opent in nieuw venster) krijgen voorrang in het gewoon secundair onderwijs in Brussel.

De ouder moet dit niet zelf bewijzen, dit gebeurt automatisch.

Deze voorrang is niet te combineren met de voorrang dat de ouder Nederlands kent. Komt een leerling in aanmerking voor beide? Dan moet de ouder kiezen van welke voorrang ze gebruik wil maken.

Scholen kunnen maximaal 15% van hun totaal aantal plaatsen apart houden voor die voorrangsgroep.

In sommige gemeenten nabij een gewestgrens kunnen secundaire scholen ervoor kiezen om voorrang te geven aan leerlingen met een voortraject in het Nederlandstalig basisonderwijs. Het gaat om de gemeenten Asse, Beersel, Dilbeek, Drogenbos, Grimbergen, Halle, Hoeilaart, Kraainem, Linkebeek, Machelen, Meise, Merchtem, Overijse, Sint-Genesius-Rode, Sint-Pieters-Leeuw, Tervuren, Vilvoorde, Wemmel, Wezembeek-Oppem en Zaventem.

Om van deze voorrang gebruik te kunnen maken moet de leerling:

• Minstens vanaf de start van de leerplicht Nederlandstalig basisonderwijs volgen in een erkende school

of

• Sinds de domiciliëring in het Vlaams Gewest of het Brussels Hoofdstedelijk Gewest onafgebroken hebben gekozen voor het Nederlandstalig basisonderwijs

De ouder moet dit niet zelf bewijzen, dit gebeurt automatisch.

Scholen kunnen maximaal 70% van hun totaal aantal plaatsen apart houden voor die voorrangsgroep.

Een school bepaalt zelf welke groep ondervertegenwoordigd is, bijvoorbeeld: de leerling krijgt een schooltoeslag.

Leerlingen uit 1 of meer ondervertegenwoordigde groepen kunnen voorrang krijgen in het gewoon basis- en secundair onderwijs. De ouder bewijst dat de leerling in de ondervertegenwoordigde groep zit.

Informeer bij de school of ze voorrang geven aan een ondervertegenwoordigde groep.

Scholen kunnen maximaal 20% van hun totaal aantal plaatsen apart houden voor die voorrangsgroep, ook als meerdere ondervertegenwoordigde groepen voorrang krijgen.