Effectevaluatie aanpak gevaarlijke punten
De aanpak van gevaarlijke punten van de Vlaamse overheid heeft een positieve impact op de verkeersveiligheid. Op punten die worden aangepakt dalen het aantal letselongevallen met een kwart én het aantal verkeersslachtoffers met bijna een derde. Dat blijkt uit onderzoek van Vias Institute naar de effectiviteit van aanpassingen aan gevaarlijke wegvakken en kruispunten langs gewestwegen.
Aanpak gevaarlijke punten
Sinds 2002 investeert de Vlaamse overheid in het wegwerken van 800 locaties met een hoog aantal ongevallen. Deze historische lijst van gevaarlijke punten is bijna volledig afgewerkt, waarbij de aangepakte locaties aangepakt werden met een ingreep op maat.
Sinds 2018 wordt daarnaast jaarlijks een dynamische lijst met gevaarlijke locaties opgemaakt. De Vlaamse overheid stelt deze lijst samen om een overzicht te krijgen van onveilige kruispunten en wegsegmenten waar ongevallen gelinkt kunnen worden aan de inrichting - en dus niet aan het individuele gedrag van bestuurders. Zo weet het Agentschap Wegen en Verkeer (AWV) waar ingrepen nodig zijn om de verkeersveiligheid te verhogen.
Opzet studie
Om het verkeersveiligheidsbeleid nog sterker te onderbouwen met onderzoek, gaf het Departement Mobiliteit en Openbare Werken aan Vias institute de opdracht om de aanpak van gevaarlijke punten te evalueren. Vias institute onderzocht hoe effectief de aanpak is in het aanpassen van gevaarlijke wegvakken of kruispunten langs gewestwegen.
De studie kijkt naar het aantal ongevallen van elk punt dat op de lijst met gevaarlijke punten stond, over een periode van zes jaar: drie jaar voor en drie jaar na de aanpak. Dit gaf een goed beeld van de evolutie, waarbij daarnaast rekening werd gehouden met allerlei vertekenende factoren. Alle punten op de lijst, waarvoor voldoende data beschikbaar waren, werden meegenomen in de analyse.
Opvallend: de evaluatie toonde voor het eerst aan dat ook kleine ingrepen zoals wegmarkeringen, circulatiemaatregelen of het plaatsen van verkeerslichten een reële impact hebben op de verkeersveiligheid.
Methode
De evaluatiestudie volgt een voor-na onderzoeksopzet, waarbij per gevaarlijk punt het aantal ongevallen in de 3 jaar vóór een ingreep wordt vergeleken met dat in de 3 jaar erna.
De statistische analyse corrigeert voor vertekenende factoren, zoals
- trendeffecten,
- het toevallige en relatief zeldzame karakter van ongevallen,
- regressie naar het gemiddelde.
Door middel van een meta-analyse van de individuele effecten per locatie wordt de globale effectiviteit van het programma geschat.
Resultaten
De effecten van het programma voor de aanpak van gevaarlijke wegvakken en kruispunten worden beïnvloed door verschillende factoren, zoals het type ingreep, de locatiekenmerken en het soort verkeersdeelnemers.
Conclusie
Het identificeren, analyseren en aanpakken van gevaarlijke kruispunten en wegvakken in het kader van de historische en dynamische lijst heeft een positieve impact gehad op de verkeersveiligheid. Dit blijkt uit een significante daling van 24,1% in het aantal letselongevallen. Aangezien de analyse andere invloedsfactoren heeft uitgesloten, is deze daling volledig toe te schrijven aan de doorgevoerde ingrepen op de gevaarlijke punten.
Daarnaast onderstreept het onderzoek het belang van locatie-specifieke oplossingen en benadrukt het de noodzaak van voortdurende opvolging en monitoring. Dit maakt het mogelijk om indien nodig bijkomende maatregelen te nemen.
Tot slot wijst het onderzoek erop dat, naarmate het aantal gevaarlijke punten verder afneemt, ook een proactieve aanpak steeds belangrijker wordt. Dit houdt in dat het wegennet als geheel zo veilig mogelijk moet worden ingericht om ongevallen maximaal te voorkomen.
Volgende stappen
De Vlaamse overheid streeft naar nul slachtoffers tegen 2050 en zet daarvoor in op sensibilisering, handhaving, gedragsverandering, het aanpakken van de grondoorzaken van verkeersonveiligheid én op slimme en snelle ingrepen in de infrastructuur.
Naast preventie blijft de Vlaamse overheid ook inzetten op reactieve maatregelen zoals het wegwerken van gevaarlijke punten op gewestwegen.