Gedaan met laden. U bevindt zich op: Naar een blended leeromgeving - Stap 1: Analyseer en stem af Hoe creëer je een blended leeromgeving?

Naar een blended leeromgeving - Stap 1: Analyseer en stem af

De eerste stap van vijf om een blended leeromgeving te creëren, bestaat uit analyseren en afstemmen. Hoe je dat doet, ontdek je hier. 

De 5 stappen om een blended leeromgeving te creëren - stap 1: analyseren en afstemmen

Breng je beginsituatie in kaart

Zoals bij elke les breng je eerst in kaart in welke situatie je werkt. Leg ook vast welke leerdoelen je wil bereiken. Hou daarbij rekening met:

  • De kenmerken – en zeker de digitale competenties – van je leerlingen

    Wat zijn de kenmerken van de leerlingen aan wie je blended onderwijs wilt geven? Het is enorm belangrijk dat je die in kaart brengt, want ze hebben net als in het contactonderwijs een grote impact op het ontwerp van je lessen, en op de leeractiviteiten en media die je kiest. Enkele vragen die je je kunt stellen:

    • Hoe oud zijn je leerlingen? Wat zijn hun typische kenmerken? Dat is belangrijk om te beslissen of je een beperkte blend met veel contactonderwijs ontwerpt, of een verregaande blend met veel online onderwijs. Zo begrijp je ook hoeveel uitleg je ze over je manier van werken moet geven.

    • Kunnen je leerlingen goed zelfstandig werken of hebben ze extra hulp nodig? Ga ook na of er in je klassen op dat gebied veel individuele verschillen zijn.

    • Hebben je leerlingen vooral visuele hulp nodig? Of volstaat het, dat ze de uitleg lezen?

    • Wat motiveert je leerlingen? Hoe staan ze tegenover een blended aanpak?

    • Hebben ze genoeg online ICT-basisvaardigheden? Weten ze hoe ze moeten navigeren? Hoe ze hun opdrachten moeten indienen? Want we gaan er vaak te snel van uit, dat onze leerlingen digital natives zijn en waarschijnlijk beter dan wij met een computer kunnen werken. Vergeet niet dat blended onderwijs ook voor hen nieuw is.

    © Adobe. (2024). Firefly (Firefly Image 3) [AI-afbeeldingengenerator]. https://firefly.adobe.com
  • De infrastructuur die je leerlingen en jij ter beschikking hebben

    De infrastructuur in je klassen bepaalt voor een groot stuk wat je allemaal in je blended leeromgeving kunt doen.

    Breng zeker deze zaken in kaart:

    • Welke audio- en/of videosoftware en -apparatuur heb je om bijvoorbeeld zelfgemaakte kennisclips of podcasts in je digitale leeromgeving af te spelen?

    • Werk je vaak met schema’s? Dan kan een tekentablet handig zijn.

    • Vraag na welke softwarelicenties je school heeft of welke opensource- of gratis software je kunt gebruiken. Merk je in je ontwerp dat je andere toepassingen nodig hebt? Neem dan zeker een kijkje op KlasCement(opent in nieuw venster), OnderwijsTools(opent in nieuw venster) of Breens(opent in nieuw venster) voor inspiratie.

    • Ga na welke platformen om blended onderwijs te geven je school heeft. Kun je in jullie leerplatform bijvoorbeeld leermodules aanbieden? Of werken jullie daarvoor met een ander softwarepakket? En wat heb je nodig om daarmee aan de slag te gaan?

    • Ga na of de oefenplatformen waarmee je al werkt in het platform voor je blended leeromgeving geïntegreerd kunnen worden. Als dat kan, vinden je leerlingen alle informatie op 1 plek.

    • Hebben je leerlingen zelf alle nodige apparatuur, ook bij hen thuis? Denk niet alleen aan een computer, maar ook aan een goede internetverbinding, audio

    • En last but not least: heeft je school genoeg lokalen die geschikt zijn voor blended onderwijs?

  • Je eigen competenties

    Bij blended onderwijs ontwerpen en geven, komen heel wat competenties kijken. Want naast je didactiek en inhoudelijke kennis heb je ook technologische competenties nodig. Enkele tips:

    • Met het Europese DigCompEdu-kader ontdek je welke digitale competenties je als leraar moet hebben. Vooral de competenties van de pedagogische kern van het kader – domeinen 2 tot en met 5 – zijn belangrijk om blended les te kunnen geven.

    • Digisnap is de perfecte tool om je technologisch-didactische competenties in kaart te brengen. Vulde je Digisnap al in? Neem dan je rapport nog eens door. In het artikel ‘Je bent leraar en vulde Digisnap in. Wat nu?’ vind je tips om met je rapport aan de slag te gaan.

    • Wil je bijscholingen volgen? Zoek dan niet alleen nascholingen die je technische competenties of knoppenkennis verbeteren. Zoek ook opleidingen die je didactische kennis en competenties rond goed onderwijs in een blended leeromgeving versterken. In de Digisnap-databank(opent in nieuw venster) vind je met de filters gemakkelijk de passende opleidingen.

    • Ga niet alleen aan de slag. Werk met je collega’s. Samen kom je verder.

  • De ondersteuning in je school

    Als leraar sta je niet alleen. Ga na of je school je kan helpen om je blended leeromgeving uit te werken. Je school kan je technisch ondersteunen en met je digitale didactiek helpen. Bekijk met je collega’s waar en hoe je kunt samenwerken. Interpreteer ‘collega’s’ ruim: je collega-leraren, je ICT-coördinator of ICT-team, het zorgteam, de pedagogisch begeleider, collega’s in je scholengroep of -gemeenschap. Ook buiten de school vind je hulp: stel je vraag in de lerarenkamer van KlasCement(opent in nieuw venster), zoek of er in je gemeente initiatieven zijn, …

Leg je leerdoelen vast

Zoals bij elke goede voorbereiding bepaal je eerst welke leerdoelen je met je blended onderwijs wilt bereiken. Want die leerdoelen bepalen welke leeractiviteiten geschikt zijn, en hoe je zult evalueren.